Brandveiligheid
We doen het samen…
De wetgever
In Nederland zijn er, naast de Arbowet, drie wetten waarin regels zijn opgenomen ten aanzien van de brandveiligheid, namelijk:
- De Brandweerwet. Hierin worden eisen gesteld ten aanzien van de openbare veiligheid.
- De Woningwet. Hierin zijn eisen opgenomen ten aanzien van brandveilig bouwen (Bouwbesluit). Via de gemeentelijke bouwverordening zijn daarnaast eisen opgenomen voor brandveilig gebruik van bouwwerken.
- De Wet milieubeheer. Het voorkomen van schade, hinder of gevaar aan de omgeving is de belangrijkste functie van deze wet. De regels hierin voorkomen gevaar, schade of hinder voor de omgeving. In de milieuvergunning stelt het bevoegde gezag eisen per inrichting vast.
Jouw verantwoordelijkheidskader
Wat betekenen deze wetten voor jou als werkgever, terrein-/gebouweigenaar of managementpartij? Het gaat om de volgende verantwoordelijkheden. Je moet brandrisico’s in kaart brengen, beheersmaatregelen bepalen (technische, procedurele en personele), deze implementeren en toezicht houden op naleving ervan. Ook is het nodig het gevoerde preventiebeleid te evalueren en bij te sturen. Het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) controleert hierop en kan boetes opleggen.
Maar professionele beheersing van brandrisico’s biedt ook andere voordelen dan alleen het voorkomen van een boete. Denk aan voorkomen van persoonlijk letsel, materiële schade, productieverlies en milieu- en imagoschade, etc.
Jij bent degene die in de praktijk ‘handen en voeten’ moet geven aan de brandveiligheid. Bovenstaande wetten stellen slechts de kaders. In de praktijk ziet de zorg voor brandveiligheid er vaak als volgt uit:
- Uitvoeren van een brandrisico-inventarisatie gericht op objecten/machines, processen en taken.
- Beleidsconcretisering door een plan van aanpak inclusief beheersmaatregelen (aan de hand van scenario’s).
- Implementatie van beheersmaatregelen, inclusief documentatie (bijvoorbeeld reddingsplannen), materiaal en functies.
- Oefenen, testen en evalueren.
Binnen deze vier stappen moet er aandacht zijn voor:
- Preventie.
- Preparatie.
- Repressie.
Hierbij moet je ook rekening houden met wettelijke verplichtingen op het gebied van bedrijfshulpverlening (BHV) en de ontruiming van gebouwen en vloeren. Samengevat kunnen we stellen dat brandveiligheid een structurele en professionele aanpak nodig heeft.
De rol van Disc
Brandveiligheid richt zich op alle bedrijfsmatige activiteiten die brand- en explosiegevaar opleveren. Het gaat dan met name om het voorkomen van brand- en explosiegevaar (preventie), maar ook om bestrijden van deze ongewenste gebeurtenissen (repressie), alsmede het redden van mens & dier. Bij Disc hebben we de expertise en capaciteit in huis om dit alles op een structurele en professionele manier te organiseren. Van het in kaart brengen van alle brandrisico’s tot het uitvoeren van de nodige beheersmaatregelen. Daarnaast kunnen we alle gewenste brandveiligheidsfuncties leveren.
Hieronder vind je een overzicht van onze dienstverlening. Voor meer informatie over de onderwerpen, functies en services kun je vrijblijvend contact met ons opnemen.
Producten voor brandveiligheid
Brandveiligheid richt zich op alle bedrijfsmatige activiteiten die brand- en explosiegevaar opleveren. Het gaat dan met name om het voorkomen van brand- en explosiegevaar (preventie), maar ook om bestrijden van deze ongewenste gebeurtenissen (repressie), alsmede het redden van mens & dier.
Hieronder vindt u een overzicht van onze producten. Per onderwerp kunt u kiezen uit verschillende functies en services. Voor meer informatie over de onderwerpen, functies en services kunt u vrijblijvend contact opnemen.
Bevelvoerder is een taakfunctie uit de hiërarchische lijn van brandweerfuncties. Een bevelvoerder, in een brandweerorganisatie, geeft leiding aan de manschappen binnen een basisbrandweereenheid. De bevelvoerder is de leidinggevende bij een eventueel incident en dus verantwoordelijk voor de juiste inzet van de aan hem of haar toegewezen manschappen en materialen. Hij of zij is altijd als eerste ter plaatse en maakt dan een plan van aanpak naar aanleiding van een verkenning. Ook verzorgt de bevelvoerder de coördinatie tussen de verschillende betrokken partijen en de communicatie met de meldkamer.
Chauffeur/voertuigbediener is een taakfunctie uit de hiërarchische lijn van brandweerfuncties. Hij of zij is in het bezit van de juiste rijvaardigheidsbewijzen om als chauffeur te mogen opereren op alle brandweervoertuigen. Tevens heeft hij of zij alle bevoegdheden en verantwoordelijkheden in relatie tot het gereedmaken en het bedienen van deze specialistische voertuigen. Deze functietaken hebben betrekking op operationele uitvoering/ ondersteuning ten behoeve van basisbrandbestrijding en hulpverlening, maar ook op technische hulpverlening, incidentbestrijding, gevaarlijke stoffen en waterongevallen.
Manschap is een taakfunctie uit de hiërarchische lijn van brandweerfuncties. Een manschap, in een brandweerorganisatie, is een lid van een basisbrandweereenheid. Onder aansturing van een bevelvoerder draagt hij of zij zorg voor de informatieverzameling (verkenning) met betrekking tot het incident, ten behoeve van de inzet. Aansluitend is de manschap tijdens de inzet actief met het bestrijden van het incident en het redden van mens en/of dier. Tenslotte levert hij of zij een bijdrage aan de juiste afhandeling van het incident en de evaluatie van de inzet.
De dienstverlening met betrekking tot het inhuren van een reddingsteam behelst vier servicedelen, te weten: een “locatieschouw”, op basis hiervan een reddingsplan opstellen, inzet van reddingsmiddelen en inzet van brandweerpersoneel.
Het doel van een reddingsteam is mensen bij een noodsituatie zo snel, efficiënt en zorgzaam mogelijk te redden/ bevrijden uit een moeilijk toegankelijke ruimte, plaats of positie. In de industrie worden dit “besloten ruimten” genoemd. Veelal zijn dit opslagtanks, industriële keldercomplexen, riolen, etc. Een reddingsteam bestaat uit één teamleider en drie teamleden (één veiligheidswacht/ materiaaloperator en twee personen voor actieve redding).
Op basis van het bouwbesluit kan het verplicht zijn om een inspectie uit te voeren met betrekking tot brandveiligheid van een object. Ook kunnen er binnen organisaties nog andere beleidsmatige brandveiligheidsvraagstukken spelen. In deze gevallen is het verstandig om “een specialist” te raadplegen.
Een brandveiligheidsconsultant heeft naast actuele kennis van alle wet- en regelgeving ook kennis en ervaring in relatie tot “best practices” en de nieuwste technische ontwikkelingen. Deze vaardigheden worden ingezet in nauwe samenwerking met de opdrachtgever. Hij of zij is dus jouw sparringpartner in het complete traject, tijdens het ontwerp, de bouw, objectgebruik… of eventueel het toezicht/ de controle hierop.
De industriële brandwacht wordt ook wel “preventieve brandwacht” genoemd. Deze functie is geen onderdeel van een basisbrandweereenheid maar is gericht op brandpreventie, met name in de industriële sector. Hij of zij heeft kennis van de chemische stoffen, de processen en de veiligheidscultuur van bedrijven binnen deze sector.
De brandwacht heeft veel praktijkervaring met betrekking tot brandpreventie en veiligheidstoezicht. Dit behelst algemene veiligheidsinspecties, brandpreventief toezicht, uitvoeren van gasmetingen, controleren van blusmiddelen, BHV-aspecten, etc. Natuurlijk is hij of zij ook ervaren in het hanteren van kleine blusmiddelen om een beginnende brand te beheersen.
Docent bedrijfshulpverlening (BHV)
Op basis van Richtlijn 89/391/EEG en de hieruit voortvloeiende Arbowetgeving is er in Nederland sinds 1994 voor alle bedrijven een verplichting “tot het verlenen van deskundige bijstand op het gebied van bedrijfshulpverlening (BHV)”. De werknemers die deze ondersteuning (bij incidenten) verlenen zijn de bedrijfshulpverleners. Samen met “een leider” vormen zij een bedrijfshulpverleningsteam.
Op basis van dezelfde Arbowetgeving is het ook verplicht dat alle bedrijfshulpverleners in het bezit zijn van deugdelijke kennis en ervaring, aantoonbaar door middel van een vakbekwaamheidscertificaat. De docent bedrijfshulpverlening doceert zowel alle benodigde basiskennis als de praktijkvaardigheden (door middel van oefeningen). Ook verzorgt hij of zij alle herhalingen die voor bedrijfshulpverleners nodig zijn om de BHV-kennis en -vaardigheden op peil te houden.